Kronen­bur­gerpark: bestrijding van ratten, of van overlast door ratten?


Art. 39 vragen n.a.v. ratten­be­strijding in het Kronen­bur­gerpark

Indiendatum: 8 mei 2019

Indiener: Eline Lauret

Geacht college,

In diverse media[1][2][3] zijn de laatste dagen artikelen verschenen over de bestrijding van ratten in het Kronenburgerpark. Mensen zouden overlast ervaren en de gemeente is al langer op zoek naar een oplossing in samenspraak met de DAR en de Stichting Kronenburgerpark.

Ratten en muizen horen in het ecosysteem thuis. Uiteraard willen we schade door deze dieren aan menselijke eigendommen, aan voedsel en andere dieren (dan ratten) voorkomen, en het risico op ziekteoverdracht van dier naar mens verkleinen. Maar voor de meest effectieve en diervriendelijke bestrijding van overlast is preventie de beste oplossing. Daarom verbaast het ons dat er kennelijk al enige tijd dodelijke rattenvallen zijn geplaatst, terwijl er tot nu toe onvoldoende inzet lijkt te zijn geweest op preventie. Zo was er geen voorlichting aan bezoekers van het park.

De beste manier om overlast door ratten te voorkomen is zowel voedselbeschikbaarheid als nestgelegenheid te verlagen: als er geen etensresten rondslingeren, schuilplaatsen worden weggenomen en het rioolstelsel goed wordt onderhouden, zal de overlast vanzelf afnemen.[4]

Dat betekent dat bezoekers moeten stoppen met het voeren van de eenden. Het is begrijpelijk dat mensen het leuk vinden om ‘eendjes te voeren’, maar de eenden en andere watervogels hebben dat voedsel niet nodig, het vervuilt het water waardoor er risico’s ontstaan op blauwalg en botulisme, en ratten komen af op het voer dat niet door de eenden is opgegeten.

We zijn blij, dat de gemeente inmiddels toch besloten heeft dat er op korte termijn voorlichtingsborden in het Kronenburgerpark worden geplaatst, waarop aan mensen wordt gevraagd de eenden niet te voeren.

De Partij voor de Dieren heeft nog de volgende vragen:

  1. Deelt het College onze mening dat ook ratten intrinsieke waarde hebben? Zo nee, waarom niet?
  2. Deelt het College onze mening dat ook ratten in ons ecosysteem thuis horen? Zo nee, waarom niet?
  3. Is het College het met ons eens, dat door preventie de overlast in belangrijke mate had kunnen worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?
  4. Waarom heeft het College niet eerder ingezet op preventie?
  5. Waarom heeft het College niet gekozen voor een verbod op het voeren van eenden in combinatie met (bijvoorbeeld steekproefsgewijze) handhaving?
  6. Is het College bereid ook in andere stadsparken en wijken waar overlast wordt ervaren voorlichtingsborden te plaatsen? Zo nee, waarom niet?
  7. Is het College bereid met de DAR te praten over een strikter schoonmaakbeleid, met als doel schonere stadsparken en wijken, zodat er in Nijmegen minder overlast wordt ervaren door ratten? Zo nee, waarom niet?
  8. Is het College bereid de rattenvallen weg te halen, zodat eerst kan worden onderzocht wat de effecten zijn van goede preventie zonder dat er dodelijke slachtoffers vallen? Zo nee, waarom niet?
  9. In hoeverre speelt, naar de mening van het College, ook achterstallig onderhoud van het riool een rol bij de in sommige wijken ervaren overlast door ratten?
  10. Deelt het College de mening van de DAR dat ratten een nuttige rol spelen in het riool, doordat ze daar bijvoorbeeld vet, dat riolen kan verstoppen, eten? Zo nee, waarom niet?
  11. Navraag bij de DAR levert op dat ratten in het Kronenburgerpark en ook elders in Nijmegen worden gevangen met klemmen, maar dat de DAR in Nijmegen muizen binnenshuis nog steeds bestrijdt middels lokvoedsel met gif (rodenticiden). Na het eten van dit gif overlijdt het dier na enkele dagen aan inwendige bloedingen. Dit is een langzame, stressvolle en zeer pijnlijke dood voor de dieren.
    Deelt het College onze mening, dat het gebruik van gif zeer dieronvriendelijk is en dus onwenselijk? Zo nee, waarom niet?
  12. Is het College zich ervan bewust dat muizen die sterven door gif ook een gevaar vormen voor predatoren die de muizen levend of dood eten, en dat dit zo ook een gevaar oplevert voor honden, katten, marters, vossen, roofvogels, reigers, insecten, enzovoort, en dat het gebruik van gif ook uitermate milieuonvriendelijk is?
  13. Is het College bereid de inzet van gif bij de bestrijding van muizen te verbieden en ook hier eerst in te zetten op preventie?

De fractie van de Partij voor de Dieren ziet uw antwoorden met belangstelling tegemoet.

[1] https://www.omroepgelderland.n...

[2] https://www.gelderlander.nl/ni...

[3] https://indebuurt.nl/nijmegen/...

[4] https://www.dierenbescherming....

Indiendatum: 8 mei 2019
Antwoorddatum: 3 jun. 2019

Geachte mevrouw Lauret,

In uw brief van 8 mei 2019 stelt u ons een aantal vragen over ratten in Kronenburgerpark. Hieronder geven wij antwoord op uw vragen.

  1. Deelt het College onze mening dat ook ratten intrinsieke waarde hebben? Zo nee, waarom niet?

    Wij delen uw mening dat ook ratten intrinsieke waarde hebben.

  2. Deelt het College onze mening dat ook ratten in ons ecosysteem thuis horen? Zo nee, waarom niet?

    Ratten maken deel uit van de natuur en horen daarmee per definitie thuis in het ecosysteem in brede zin beschouwd. Ratten hebben echter geen natuurlijke habitat in een “stedelijk” ecosysteem. Op basis van o.a. de kwaliteit van leefomgeving, veiligheid en esthetische waarde menen wij dan ook dat ratten niet in een stedelijk systeem zoals een park thuishoren. Daarbij heeft de gemeente een wettelijke verplichting om met het oog op de volksgezondheid het risico op besmetting met ziekten ten gevolge van plaagdieren zo veel mogelijk te beperken.

  3. Is het College het met ons eens, dat door preventie de overlast in belangrijke mate had kunnen worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?

    Monitoring van de groei en verplaatsing van dierpopulaties is bij een tekort aan data (i.e. trackgegevens van de dieren en cijfers over de populatie en habitat) praktisch onmogelijk. De omstandigheden in Kronenburgerpark zijn de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Daarom was er geen directe aanleiding om aan te nemen dat de rattenpopulatie hier toe zou nemen.

  4. Waarom heeft het College niet eerder ingezet op preventie?

    Zie ons antwoord bij vraag 3. Daar aan toegevoegd: in het verleden heeft er een bord gestaan waarmee het voeren van eenden ontmoedigd werd. Deze is na veel kritiek van de inwoners weer weggehaald. De borden waren toen gericht op het welzijn van de eenden en niet ter preventie van ratten.

  5. Waarom heeft het College niet gekozen voor een verbod op het voeren van eenden in combinatie met (bijvoorbeeld steekproefsgewijze) handhaving?

    Deels hebben wij deze vraag reeds beantwoord bij vragen 3 en 4. Onze primaire voorkeur heeft het om in te zetten op bewustwording en gedragsverandering. Wanneer inwoners bewust zijn van de problemen die kunnen ontstaan door hun gedrag, kunnen deze problemen voorkomen worden zonder dat daar handhaving voor nodig is. Dit verlaagt ook de kans op weerstand tegen een verbodsmaatregel vanuit de inwoners. Daarbij moet een verbod ook gehandhaafd kunnen worden, wil het echt effect hebben. Anders geven we een tegenstrijdig signaal af. Via steekproefsgewijze handhaving is dat naar onze mening niet effectief.

  6. Is het College bereid ook in andere stadsparken en wijken waar overlast wordt ervaren voorlichtingsborden te plaatsen? Zo nee, waarom niet?

    Hiertoe zijn wij bereid. Zo zullen ook in Lindenholt voorlichtingsborden worden geplaatst (geen verbodsborden). Op dit moment wordt samen met Dar onderzocht in welke andere stadsparken en/of wijken dit ook nodig kan zijn.

  7. Is het College bereid met de DAR te praten over een strikter schoonmaakbeleid, met als doel schonere stadsparken en wijken, zodat er in Nijmegen minder overlast wordt ervaren door ratten? Zo nee, waarom niet?

    De gemeente en Dar werken gezamenlijk aan een schone stad en zoeken continu naar mogelijkheden om hierin verdere verbeteringen te realiseren binnen de door de raad beschikbaar gestelde middelen. De aanwezigheid van ratten op een locatie wordt primair bepaald door een vrij permanente aanwezigheid/beschikbaarheid van voedsel ter plekke. Dat kan het geval zijn als er restafvalzakken met voedselresten langdurig aan de straat of in de tuin staan. Mede om die reden blijven wij in campagnes inzetten op het goed scheiden van groente-, fruit- en tuinafval. Maar evenzo kan de constante aanwezigheid van vogelvoer in tuinen ratten aantrekken of doordat mensen (met de beste intenties) eenden voeren in parken. Naar onze mening is ook hier bewustwording de best aangewezen methodiek om rattenoverlast tegen te gaan.

  8. Is het College bereid de rattenvallen weg te halen, zodat eerst kan worden onderzocht wat de effecten zijn van goede preventie zonder dat er dodelijke slachtoffers vallen? Zo nee, waarom niet?

    In verband met veiligheid en gezondheid kan de gemeente niet bewust het risico op de overdracht van ziekten vergroten. Er is een risico op besmetting van mensen en dieren met de ziekte van Weil wanneer een rattenpopulatie groot is en zich in een gedeeld habitat bevindt. Het vergroten van dit risico op besmetting is niet verantwoord voor het welzijn van mens én dier. Derhalve zijn wij niet bereid om de rattenvallen weg te halen.

  9. In hoeverre speelt, naar de mening van het College, ook achterstallig onderhoud van het riool een rol bij de in sommige wijken ervaren overlast door ratten?

    De kwaliteit van de riolering in Nijmegen is in de laatste jaren sterk toegenomen door onderhoud, beheer en vernieuwing. Ook bij een goed onderhouden riool gebruiken de ratten het riool als leefgebied en als transportweg; dit laatste gezien de vele wateruitlaten, kolken en andere functionerende openingen van met name het regenwaterriool. Doordat ze overal kunnen komen via het riool, maar ook via de oppervlakte, is het voedselaanbod bepalend voor de aanwezigheid van ratten. Wanneer het voedselaanbod af neemt zullen de ratten zich verplaatsen naar elders in het riool. Achterstallig onderhoud kan voor meer openingen in het riool zorgen, maar is dus niet primair bepalend voor de aanwezigheid van ratten aan de oppervlakte. Dit probleem komt overigens vrijwel alleen op particulier terrein voor omdat het gemeentelijk riool zich in een goede staat bevindt.

  10. Deelt het College de mening van de DAR dat ratten een nuttige rol spelen in het riool, doordat ze daar bijvoorbeeld vet, dat riolen kan verstoppen, eten? Zo nee, waarom niet?

    Ratten hebben een beperkt nuttige rol in het riool. De hoeveelheid vet in riolen waar het grote problemen veroorzaakt, is van zodanige omvang dat de rattenpopulatie hier weinig invloed op heeft.

  11. Navraag bij de DAR levert op dat ratten in het Kronenburgerpark en ook elders in Nijmegen worden gevangen met klemmen, maar dat de DAR in Nijmegen muizen binnenshuis nog steeds bestrijdt middels lokvoedsel met gif (rodenticiden). Na het eten van dit gif overlijdt het dier na enkele dagen aan inwendige bloedingen. Dit is een langzame, stressvolle en zeer pijnlijke dood voor de dieren. Deelt het College onze mening, dat het gebruik van gif zeer dieronvriendelijk is en dus onwenselijk? Zo nee, waarom niet?

    Anders dan bij ratten mag bij de bestrijding van muizen binnenshuis wel gif worden gebruikt. Uiteraard is het gebruik van gif dieronvriendelijk. In de praktijk zet Dar alleen gif in wanneer de melder erg veel last van muizen heeft en de situatie uit de hand dreigt te lopen. In zo’n situatie is de inzet van klemmen niet effectief genoeg. Daarnaast zetten ze altijd in op wering/preventie om herhaling van de overlast te voorkomen.

  12. Is het College zich ervan bewust dat muizen die sterven door gif ook een gevaar vormen voor predatoren die de muizen levend of dood eten, en dat dit zo ook een gevaar oplevert voor honden, katten, marters, vossen, roofvogels, reigers, insecten, enzovoort, en dat het gebruik van gif ook uitermate milieuonvriendelijk is?

    Er is geen volledig beeld van bio-accumulatieberekeningen noch van distributieroutes en -processen van gifstoffen in het milieu ten gevolge van het toepassen van gif binnenshuis. Er zijn wel sterke indicaties die aangeven dat het effect op het milieu minimaal is. De halfwaardetijd van gif speelt hierbij een belangrijke rol. Bij lage halfwaardetijden komt er weinig gif in andere dieren terecht. De gifstoffen worden veelal omgezet in metabolieten die niet dezelfde giftige werking hebben. Daarbij komt ook dat muizen vaak binnenshuis blijven, waardoor de kans dat een muis als voedsel dient voor andere dieren geringer is dan voor muizen in de buitenruimte.

  13. Is het College bereid de inzet van gif bij de bestrijding van muizen te verbieden en ook hier eerst in te zetten op preventie?

    De gemeente en de Dar zetten altijd in op preventie en geven klemmen de voorkeur boven gif. Gif wordt alleen toegepast wanneer er grote populaties muizen te vinden zijn, die met klemmen niet effectief te bestrijden zijn. Om die reden overwegen wij geen algeheel verbod op de inzet van gif, maar wordt er wel terughoudend mee omgegaan.

Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen

Interessant voor jou

De ING, een huisbank met een strafblad?

Lees verder

Jeugdzorg hoeft geen kind van de rekening te zijn

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer