Broed­seizoen geen kapseizoen


Art. 39 vragen aan College van Burge­meester en Wethouders

Indiendatum: 13 mei 2021

Indiener: Eline Lauret

Geacht college,

De laatste tijd bereiken ons regelmatig berichten van verontruste bewoners over kap binnen de Nijmeegse gemeentegrenzen in het broedseizoen: bijvoorbeeld in Staddijk en Wolferen-Sprok en deze week aan de Driehuizerweg in Brakkenstein.

Volgens de Wet Natuurbescherming mogen nesten en/of rustplaatsen tijdens het broedseizoen niet worden verstoord of verwijderd. Voor het broedseizoen staat geen vaste periode. Veel vogelsoorten broeden in de periode maart tot en met juli. Er zijn echter ook vogels die veel vroeger beginnen en er zijn veel soorten die meerdere broedsels hebben en doorgaan tot in augustus of nog later. Nesten en eieren zijn gedurende de hele broedperiode van de betreffende soort beschermd, vanaf het eerste takje tot het uitvliegen van het laatste jong.

De gemeente geeft in antwoord op vragen van bewoners elke keer het zelfde antwoord:

  1. Dat er geprobeerd wordt in het broedseizoen niet te kappen, maar dat soms toch bomen op korte termijn moeten worden verwijderd i.v.m. veiligheid;
  2. Dat er altijd een flora- en faunacheck is om verstoring van broedende vogels en andere dieren te voorkomen.

Ad 1:

Bij ziekte of vermeend gevaar van bomen wordt dikwijls de botte bijl gehanteerd. De gemeente neemt dan het zekere voor het onzekere en gaat tot kap over. Terwijl dat niet altijd nodig is. Is de boom bijvoorbeeld onomkeerbaar ziek? Is de kans op breuk echt onaanvaardbaar hoog? De hamvraag is natuurlijk of deze problemen van tijdelijke aard zijn of dat de boom langzaam aan het afsterven is. De stabiliteit en breukgevoeligheid staan niet altijd in verband met de conditie. Een holle boom kan nog in een goede conditie verkeren: niet iedere holle boom is breukgevoelig of instabiel!

Ad 2:

Volgens de Vogelbescherming zal echter zelfs een geoefende nestzoeker lang niet alle nesten vinden[1]. Dat betekent dat overtredingen doorgaans niet kunnen worden voorkomen door voorafgaande inventarisatie. De Vogelbescherming geeft verder aan dat ook verstoring van de omgeving ertoe kan leiden dat vogels hun nest verlaten.

Dit leidt bij de fractie van de Partij voor de Dieren tot de volgende vragen:

  1. Is het College bereid in te zien dat zelfs een geoefende nestzoeker niet alle nesten kan vinden? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het College bereid in te zien dat kap in het broedseizoen dientengevolge onvermijdelijk leidt tot overtredingen ondanks een voorafgaande inventarisatie van flora en fauna, en dat het College voor die overtredingen verantwoordelijk is?
    Zo nee, waarom niet?
  3. In een krantenartikel d.d. 2-2-2021[2] had de gemeente aangegeven dat de kapwerkzaamheden betreffende 550 ‘zieke en gevaarlijke bomen’ in Nijmegen zouden duren tot maart. Waarom wordt er dan nu halverwege mei nog gekapt, 2,5 maand later dan uiterlijk gepland en middenin het broedseizoen?
  4. Eind vorig jaar was al bekend dat deze bomen gekapt zouden worden en is de vergunningprocedure in gang gezet. Als de kap dan blijkbaar nog tot half mei kan worden uitgesteld, is het College het dan met ons eens, dat de bomen dan kennelijk niet acuut gevaarlijk waren en dat er best tot het einde van het broedseizoen had kunnen worden gewacht met kappen?
    Zo nee, waarom niet?
  5. Is het College bereid de inventarisatie of bomen nog veilig genoeg zijn eerder uit te voeren, zodanig vroeg in het seizoen dat bomen die daadwerkelijk gevaar opleveren nog voor het broedseizoen kunnen worden gekapt?
    Zo nee, waarom niet?
  6. Worden er boomspecialisten betrokken bij de beoordeling van de levensvatbaarheid van en het gevaar door bomen, evenals bij het advies over welke verzorgingsmaatregelen er getroffen kunnen worden?
    1. Zo nee, waarom niet? Als er geen boomspecialisten worden betrokken, is het College bereid voortaan boomspecialisten te betrekken?
    2. Zo ja, welke?
  7. Is het College bereid bij twijfel over een ‘doodvonnis’ voor een boom voortaan een onafhankelijke second opinion van een (andere) boomspecialist te vragen? Omdat bomen in veel opzichten van groot belang zijn en een tweede mening soms een verrassend ander licht op een zaak laat schijnen…

De fractie van de Partij voor de Dieren ziet met belangstelling uw antwoorden tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Eline Lauret
Raadslid Partij voor de Dieren Nijmegen

[1] https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/snoeien-in-het-broedseizoen-mag-dat

[2] https://www.gelderlander.nl/nijmegen/nijmegen-gaat-550-zieke-en-gevaarlijke-bomen-kappen-veel-schade-door-droge-zomers~a0424fd3/

Indiendatum: 13 mei 2021
Antwoorddatum: 8 jun. 2021

Geachte mevrouw Lauret,

In uw brief van 13 mei 2021 stelt u ons een aantal vragen over het kappen van bomen in de stad tijdens het broedseizoen. Hieronder geven wij antwoord op uw vragen.

  1. Is het College bereid (n.a.v. een artikel op de website van de Vogelbescherming [1]) in te zien dat zelfs een geoefende nestzoeker niet alle nesten kan vinden? Zo nee, waarom niet?

    Zoals het door u aangehaalde artikel aangeeft, is er logischerwijze altijd een kleine kans dat een broedende vogel of een nest(beginsel) over het hoofd wordt gezien tijdens een Flora en Fauna-scan van het werkgebied. Doordat wij werken met een gedragscode (zoals ook aangegeven in hetzelfde artikel) en de betrokken aannemer en zijn werknemers daardoor allemaal gecertificeerd moeten zijn volgens de benodigde niveaus volgens de wet Natuurbeheer, beperken we de kans op het verstoren of vernielen van nesten. We nemen daarmee onze verantwoordelijkheid voor de aanwezige Fauna en werken zorgvuldig en binnen de wettelijke kaders. Ons uitgangspunt blijft om zo veel mogelijk buiten het ‘broedseizoen’ te werken.
  2. Is het College bereid in te zien dat kap in het broedseizoen dientengevolge onvermijdelijk leidt tot overtredingen ondanks een voorafgaande inventarisatie van flora en fauna, en dat het College voor die overtredingen verantwoordelijk is? Zo nee, waarom niet?

    We sluiten werkzaamheden in het broedseizoen zoveel mogelijk uit en zoals aangegeven werken we zorgvuldig en binnen de wettelijke kaders. Wij zelf, onze aannemers en hun werknemers werken volgens de Gedragscode soortenbescherming gemeenten. Deze gedragscode is goedgekeurd door Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland en ondertekend door de minister. Zo lang wij overeenkomstig deze gedragscode werken is altijd sprake van zorgvuldig handelen en kunnen we dit aantoonbaar maken.
  3. In een krantenartikel d.d. 2-2-20212 had de gemeente aangegeven dat de kapwerkzaamheden betreffende 550 ‘zieke en gevaarlijke bomen’ in Nijmegen zouden duren tot maart. Waarom wordt er dan nu halverwege mei nog gekapt, 2,5 maand later dan uiterlijk gepland en middenin het broedseizoen?

    Er is geen wettelijk vastgestelde periode voor het broedseizoen. Wij houden (evenals de Vogelbescherming) de periode maart tot en met juli aan. In deze periode maken de meeste vogelsoorten hun nesten.
    Voor wat betreft het uitlopen van de werkzaamheden, heeft het vergunningtraject voor de kapvergunning een langere doorlooptijd gehad dan verwacht. Dit heeft onder andere te maken een piek in vergunningsaanvragen bij de Omgevingsdienst in combinatie met enkele te kappen bomen waarvoor de beoordeling en de verlening niet soepel is verlopen.
    Wij gaan daarom evalueren hoe we dit proces kunnen verbeteren.
  4. Eind vorig jaar was al bekend dat deze bomen gekapt zouden worden en is de vergunningprocedure in gang gezet. Als de kap dan blijkbaar nog tot half mei kan worden uitgesteld, is het College het dan met ons eens, dat de bomen dan kennelijk niet acuut gevaarlijk waren en dat er best tot het einde van het broedseizoen had kunnen worden gewacht met kappen? Zo nee, waarom niet?

    Logischerwijs is op het moment dat een boom tijdens controle wordt afgekeurd, niet tot op de week of de maand te voorspellen wanneer deze omvalt of breekt. Dat komt omdat weersomstandigheden hierin een grote rol spelen. Een werkbare marge voor eventuele vergunningsaanvraag en organisatie van de werkzaamheden, voordat kan worden begonnen met het kappen van een boom, is dan ook noodzakelijk. In de winterperiode is, door het ontbreken van bladmassa, het risico op tak- of stambreuk zowel als omwaaien vanzelfsprekend beperkter. Wanneer het blad zich ontwikkelt en de kans op storm in combinatie met neerslag groter is, neemt daarom ook het risico toe. Dat extra risico willen wij niet lopen. Daarom dienen de bomen liefst voor de bladontwikkeling verwijderd te zijn.
  5. Is het College bereid de inventarisatie of bomen nog veilig genoeg zijn eerder uit te voeren, zodanig vroeg in het seizoen dat bomen die daadwerkelijk gevaar opleveren nog voor het broedseizoen kunnen worden gekapt? Zo nee, waarom niet?

    In voorgaande jaren was er geen sprake van een langere doorlooptijd voor de vergunning.
    Daarom zijn de bomen toen nog voor het broedseizoen gekapt. Dit jaar houden we rekening met een langere doorlooptijd zodat de noodzakelijke kap eerder plaats kan vinden. Ook gaan we zoals gezegd kijken waar we het proces kunnen aanscherpen. Zo proberen we in het vervolg te voorkomen dat er bomen moeten worden gekapt in het broedseizoen.
  6. Worden er boomspecialisten betrokken bij de beoordeling van de levensvatbaarheid van en het gevaar door bomen, evenals bij het advies over welke verzorgingsmaatregelen er getroffen kunnen worden?
    a) Zo nee, waarom niet? Als er geen boomspecialisten worden betrokken, is het College bereid voortaan boomspecialisten te betrekken?
    b) Zo ja, welke?


    Alle grootscheepse jaarlijkse (visuele) controles en daarop volgende (technische) onderzoeken worden altijd door twee afzonderlijke (en jaarlijks wisselende) onafhankelijke partijen uitgevoerd. Dit zijn altijd gerenommeerde bureaus met gecertificeerde werknemers. Denk daarbij aan een gecertificeerde boomveiligheidscontroleur of boomveiligheidsinspecteur voor de visuele inspecties en gediplomeerde European Tree Technicians voor de technische onderzoeken. Naar aanleiding van de technische onderzoeken nemen we, wanneer doelmatig, maatregelen bijzondere maatregelen voor boombehoud in plaats van kap.
  7. Is het College bereid bij twijfel over een ‘doodvonnis’ voor een boom voortaan een onafhankelijke second opinion van een (andere) boomspecialist te vragen? Omdat bomen in veel opzichten van groot belang zijn en een tweede mening soms een verrassend ander licht op een zaak laat schijnen.

    We maken al meer dan tien jaar gebruik van specialisten van verschillende bedrijven en hebben zelf de nodige medewerkers met voldoende kennis in huis om in de gevallen die daarom vragen een second opinion te doen.

Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen

1 https://www.vogelbescherming.n...