Vliegend hert: wie niet weg vliegt wordt geplet


Art. 39 vragen over moun­tainbike trails aangelegd dwars door leef­gebied vliegend hert

Indiendatum: 13 jul. 2020

Indiener: Eline Lauret


Geacht College,

Onlangs zijn nieuwe mountainbike trails aangelegd dwars door natuurgebieden ten zuidoosten van Nijmegen. In die natuurgebieden bevinden zich o.a. populaties van de streng beschermde insectensoort het vliegend hert. Deze bosgebieden liggen binnen de gemeenten Berg en Dal, Heumen en Malden, niet binnen de gemeentegrenzen van Nijmegen. Echter voor een deel zijn deze bossen wel eigendom van de gemeente Nijmegen. Het betreft onder andere het gebied Westermeerwijk.

Afgelopen zaterdag is in de Gelderlander een krantenbericht[1] verschenen, waarin Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en Stichting Das&Boom vragen de route tenminste tot half augustus te sluiten voor mountainbikers, onder meer vanwege de daar aanwezige populaties van het vliegend hert.

De bescherming van het vliegend hert[2] is geregeld in de Conventie van Bern (1979) en de Habitatrichtlijn, waarvan gebiedsbescherming geëffectueerd wordt via Natura 2000. Het vliegend hert is opgenomen in annex 3 van de Bern-conventie. Dat wil zeggen dat iedere lidstaat regels moet vaststellen die ervoor moeten zorgen dat populaties van deze soorten niet in gevaar komen. In Nederland heeft dat voor de doelstelling gezorgd dat van alle beschermde soorten die in 1982 in ons land voorkwamen er in 2020 levensvatbare populaties aanwezig moeten zijn, om zo duurzame instandhouding te waarborgen. Het vliegend hert is in de Habitatrichtlijn opgenomen in bijlage 2.

Het leefgebied van het vliegend hert is erg versnipperd binnen de vier belangrijkste leefgebieden, dat maakt de soort erg gevoelig. Bij geen verandering van de huidige omstandigheden ziet het toekomstperspectief er voor de soort ongunstig uit. De landelijke instandhoudingsdoelstelling voor het vliegend hert is uitbreiding van de omvang van hun leefgebied en verbetering van de kwaliteit van hun leefgebied ten behoeve van uitbreiding van de populatie.

Sinds het mountainbike pad is geopend zijn al diverse dode vliegende herten op de trail aangetroffen. Ook zijn voor de aanleg van de trail houtopstanden verwijderd en/of doorsneden en is een deel van een oude eikenstronk verwijderd, waarin zich een populatie vliegende herten bevond. Onduidelijk is wat er met de desbetreffende helft van de eikenstronk is gebeurd.

Al eerder is beschreven dat bij vliegende herten (naast predatie) het verkeer een belangrijke doodsoorzaak is. Huijbregts (2003)[3] meldt dit als een belangrijke bedreiging voor een populatie in een holle weg in Zuid-Limburg. Ook Hoekstra (1997)[4] maakt melding van grote aantallen verkeersslachtoffers. Bij de populatie langs het fietspad ‘de Grensweg’ aan de zuidkant van het Reichswald is gebleken dat niet alleen gemotoriseerd verkeer een bedreiging vormt: ook op dit fietspad zijn verschillende dode vliegende herten aangetroffen, terwijl dit pad aan de rand van de habitat ligt en niet zoals de trail (gedeeltelijk) in Westermeerwijk kriskras door de kern van hun leefgebied.

Onze fractie heeft naar aanleiding hiervan de volgende vragen:

  1. Realiseert het College zich dat:
    1. Het vliegend hert een streng beschermde soort is en er een beschermingsplan voor het vliegend hert bestaat? Zo nee, hoezo niet?
    2. Deze omvangrijke mountainbike trail is gerealiseerd in een gebied dat deel uitmaakt van het Gelders Natuurnetwerk en dat de trail kris kras door de habitat van deze streng beschermde soort loopt? Zo nee, hoezo niet?
    3. Over de aanleg van de mountainbike trail een handhavingsverzoek is ingediend bij Bureau Handhaving van de provincie Gelderland? Zo nee, hoezo niet? Zo ja, wat vindt het College hiervan?
  2. De grondslag voor de aanleg van singletracks voor mountainbikers is vaak kwetsbare natuur te ontzien. Kan het College uitleggen:
    1. Hoe het aanleggen van extra paden ervoor zorgt dat kwetsbare natuur en streng beschermde soorten worden ontzien?
    2. Hoe deze nieuwe trail bijdraagt aan de uitbreiding van de omvang van het leefgebied van het vliegend hert en verbetering van de kwaliteit van hun leefgebied met het oog op uitbreiding van de populaties van het vliegend hert?
  3. Is het College het met ons eens dat een mountainbike trail geen dwingende reden van groot openbaar belang is om natuurgebied in het Gelders Natuurnetwerk c.q. leefgebied van het vliegend hert aan te tasten? Zo nee, waarom niet?
  4. Is het College bereid de mountainbike trail door het leefgebied van het vliegend hert weer te laten verwijderen? Zo nee, waarom niet?
  5. Is het College bereid de mountainbike trail tenminste tijdens de vlieg- en paarperiode van het vliegend hert van tenminste juni tot half augustus af te sluiten voor mountainbikers, in dit geval dus per direct? Zo nee, waarom niet?
  6. Volgens de Habitatrichtlijn gaat een gunstige staat van instandhouding van een habitattype of soort als het vliegend hert nadrukkelijk verder dan het behoeden voor uitsterven. Er moet sprake zijn van een gezonde populatie in termen van kwaliteit en omvang nu en in de toekomst. Op dit moment is echter sprake van een matig ongunstige staat van instandhouding van het vliegend hert in Nederland. Is het College bereid zich aan het beschermingsplan voor het vliegend hert te conformeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt het College op haar gronden om het vliegend hert in een gunstige staat van instandhouding te brengen?
  7. Het uitgevoerde natuuronderzoek maakt nergens melding van de populaties vliegende herten, ondanks dat al minstens sinds 2005 bekend is dat er populaties vliegende herten in dit gebied voorkomen, ook bij de gemeente Nijmegen en SBB[5]. Is het College het met ons eens dat het natuuronderzoek niet goed is uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
  8. Is het College bereid nieuw, gedegen natuuronderzoek te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet?
  9. Dit is de tweede keer dat een natuuronderzoek aantoonbaar niet goed is uitgevoerd (de eerste keer was over het hoofd gezien dat kleine marterachtigen moesten worden meegenomen bij het natuuronderzoek). Het gebeurt vaker dat natuuronderzoeksbureau’s slechte dan wel onvolledige onderzoeksrapporten afleveren ten bate van hun opdrachtgever: wie betaalt bepaalt[6][7][8]. Wat vindt het College hiervan en wat gaat het College hieraan doen?
  10. Organisaties als Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, Das &Boom, EIS en andere natuurorganisaties met grote inhoudelijke kennis van zaken zijn niet betrokken geweest bij de inventarisatie. Is het College bereid ervoor te zorgen dat zulke organisaties voortaan worden betrokken bij natuurinventarisaties? Zo nee, waarom niet?

De fractie van de Partij voor de Dieren ziet uw antwoorden met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Eline Lauret
Raadslid Partij voor de Dieren Nijmegen

[1] https://www.gelderlander.nl/berg-en-dal/mountainbikers-stop-met-fietsen-geef-vliegend-hert-voorrang~a826afb9/

[2] https://www.eis-nederland.nl/vliegendhert

[3] Huijbregts, H. 2003. Beschermde kevers in Nederland (Coleoptera). – Nederlandse Faunistische Mededelingen 19: 1-34.

[4] Hoekstra, B. 1997. Een populatie van het vliegend hert, Lucanus cervus (Coleoptera, Lucanidae) in Twente. – Entomologische Berichten 57: 93-95.

[5] https://www.eis-nederland.nl/DesktopModules/Bring2mind/DMX/Download.aspx?EntryId=287&PortalId=4&DownloadMethod=attachment

[6] https://www.ftm.nl/artikelen/milieubelang-ondergeschikt-aan-particulier-belang?share=bAI4g63D%2FagYNOT6ZT4sAIgxTWmVGwcRB91iQixjmHUft%2BuenYzpiAIKX5Oc93s%3D

[7] https://pers.kro-ncrv.nl/programmas/de-monitor/de-monitor-dier-en-bouw

[8] https://pers.kro-ncrv.nl/programmas/de-monitor/de-monitor-dier-en-bouw-2

Indiendatum: 13 jul. 2020
Antwoorddatum: 15 sep. 2020

Geachte mevrouw Lauret,

Wij hebben uw Art.39 vragen met als onderwerp bescherming Vliegend Hert ontvangen. Hieronder vindt u onze antwoorden op uw vragen.

Vraag 1:
Realiseert het College zich dat:
a.
Het vliegend hert een streng beschermde soort is en er een beschermingsplan voor het vliegend hert bestaat? Zo nee, hoezo niet?

Ja.

b. Deze omvangrijke mountainbike trail is gerealiseerd in een gebied dat deel uitmaakt van het Gelders Natuurnetwerk en dat de trail kris kras door de habitat van deze streng beschermde soort loopt? Zo nee, hoezo niet?

Ja.

c. Over de aanleg van de mountainbike trail een handhavingsverzoek is ingediend bij Bureau Handhaving van de provincie Gelderland? Zo nee, hoezo niet? Zo ja, wat vindt het College hiervan?

Ja. Goed dat men betrokken is.

Vraag 2:
De grondslag voor de aanleg van singletracks voor mountainbikers is vaak kwetsbare natuur te ontzien. Kan het College uitleggen:
a.
Hoe het aanleggen van extra paden ervoor zorgt dat kwetsbare natuur en streng beschermde soorten worden ontzien?

Er mag nu op alle paden in het bos van Westermeerwijk gefietst worden. Hierdoor kon overal de natuur verstoord worden. Door het mountainbiken met een mountainbikeroute te reguleren zorgt men ervoor dat overige gebieden met rust gelaten worden. Door een aantrekkelijke en afwisselende route aan te leggen blijven de fietsers veel meer op die mountainbikeroutes.

b. Hoe deze nieuwe trail bijdraagt aan de uitbreiding van de omvang van het leefgebied van het vliegend hert en verbetering van de kwaliteit van hun leefgebied met het oog op uitbreiding van de populaties van het vliegend hert?

Door het fietsen over een groot gebied te reguleren zorgt men ervoor dat overige gebieden zoveel mogelijk met rust gelaten worden. Er is dus alleen sprake van indirecte bescherming. Er is geen sprake van directe verbetering door middel van de trail. Dat gebeurt wel door middel van ons bosbeheer.

Vraag 3:
Is het College het met ons eens dat een mountainbike trail geen dwingende reden van groot openbaar belang is om natuurgebied in het Gelders Natuurnetwerk c.q. leefgebied van het vliegend hert aan te tasten? Zo nee, waarom niet?

Het bos heeft de bestemming recreatie en natuur. Dat gaat hier prima samen. Naast natuur zijn recreatie, sport en bewegen belangrijke speerpunten van het college.

Vraag 4:
Is het College bereid de mountainbike trail door het leefgebied van het vliegend hert weer te laten verwijderen? Zo nee, waarom niet?

Nee. Alleen indien het bevoegd gezag (de provincie) bepaalt dat er een overtreding plaats vindt/heeft plaatsgevonden in het kader van de WNB (Wet Natuurbescherming) en een MTB route op deze locatie om die reden niet mogelijk is, dan is het college bereid deze op te heffen of aan te passen.

Vraag 5:
Is het College bereid de mountainbike trail tenminste tijdens de vlieg- en paarperiode van het vliegend hert van tenminste juni tot half augustus af te sluiten voor mountainbikers, in dit geval dus per direct? Zo nee, waarom niet?

Nee. Indien het bevoegd gezag bepaalt dat er een overtreding is in het kader van de WNB dan is het college bereid de benodigde stappen te ondernemen.

Vraag 6:
Volgens de Habitatrichtlijn gaat een gunstige staat van instandhouding van een habitattype of soort als het vliegend hert nadrukkelijk verder dan het behoeden voor uitsterven. Er moet sprake zijn van een gezonde populatie in termen van kwaliteit en omvang nu en in de toekomst. Op dit moment is echter sprake van een matig ongunstige staat van instandhouding van het vliegend hert in Nederland. Is het College bereid zich aan het beschermingsplan voor het vliegend hert te conformeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt het College op haar gronden om het vliegend hert in een gunstige staat van instandhouding te brengen?

Ja, we laten al dood hout liggen in de bossen. Stronken van eikenbomen blijven staan. Indien nodig kan het college in de bossen extra eikenstoven aanbrengen.

Vraag 7:
Het uitgevoerde natuuronderzoek maakt nergens melding van de populaties vliegende herten, ondanks dat al minstens sinds 2005 bekend is dat er populaties vliegende herten in dit gebied voorkomen, ook bij de gemeente Nijmegen en SBB. Is het College het met ons eens dat het natuuronderzoek niet goed is uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?

Nee. Er is een natuurtoets uitgevoerd en er zijn diverse veldbezoeken gedaan. In de uitvoering zijn continue medewerkers met ervaring en kennis van ecologie aanwezig geweest op het werk.

Vraag 8:
Is het College bereid nieuw, gedegen natuuronderzoek te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet?

Nee, het vergunningstraject is op de gewenste wijze doorlopen. Wij zijn van mening dat daarmee een goed natuuronderzoek is uitgevoerd. Een nieuw onderzoek doen we alleen als het bevoegd gezag daarom vraagt.

Vraag 9:
Dit is de tweede keer dat een natuuronderzoek aantoonbaar niet goed is uitgevoerd (de eerste keer was over het hoofd gezien dat kleine marterachtigen moesten worden meegenomen bij het natuuronderzoek). Het gebeurt vaker dat natuuronderzoeksbureau’s slechte dan wel onvolledige onderzoeksrapporten afleveren ten bate van hun opdrachtgever: wie betaalt bepaalt. Wat vindt het College hiervan en wat gaat het College hieraan doen?

Het vergunningstraject is conform de gestelde eisen doorlopen. Als het bevoegd gezag aangeeft dat dit niet het geval is dan is het college bereid de benodigde stappen die het bevoegd gezag voorstelt te ondernemen.

Vraag 10:
Organisaties als Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, Das &Boom, EIS en andere natuurorganisaties met grote inhoudelijke kennis van zaken zijn niet betrokken geweest bij de inventarisatie. Is het College bereid ervoor te zorgen dat zulke organisaties voortaan worden betrokken bij natuurinventarisaties? Zo nee, waarom niet?

Er is contact geweest met natuurverenigingen zoals IVN en de roofvogel vereniging. Het is niet altijd gebruikelijk om dat te doen. Wij zijn benieuwd of dergelijke organisaties daarvoor openstaan en voor elke vergunningaanvraag (waarbij enige natuur betrokken is) benaderd willen worden. Is daar bij deze partijen tijd voor? Het college is bereid te onderzoeken of dit mogelijk is.

Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen

Interessant voor jou

Meer dierenmishandeling door coronamaatregelen

Lees verder

Dierennoodhulp in Nijmegen een luxe?

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer